Op weg naar South Dakota

Om 7:30 uur stonden we naast ons bed en gingen we ontbijten. Het heeft vannacht licht geregend, maar nu is het weer droog. Nadat we alles gepakt hadden, vertrokken we richting Keystone, onze volgende halte bij Mount Rushmore. Opnieuw reden we door telkens veranderende landschappen met enorme vergezichten. De weidsheid is nauwelijks te omschrijven. Grote groene vlaktes, zo nu en dan een kudde koeien en daarna weer afgewisseld door bomen en een enkele rivier. Bij zijwegen zagen we de bekende hoop brievenbussen, verwijzende naar het aantal huizen dat aan deze zijweg staat. We passeerden Lusk, een aardig klein stadje met Western Style en volgden daarna Highway 18. Bij Mule Creek Junction stopten we om te picknicken. De zon scheen, maar in de verte hingen donkere wolken boven de heuvels. We zagen enorme campers die hier ook stopten, sommige voorzien van een personenauto die met een beugel achter aan de trekhaak van de camper vastgemaakt was. Ook zagen we een camper die verbonden was met de laadbak van een pick-up. In Amerika heten deze campers ‘RV’s’ Recreation Vehicles. Je ziet dan ook veel borden langs de weg die aangeven dat er een parkeerplaats, rustplaats of camping voor RV’s aanwezig is. Ook zagen we grote Harley Davidson motoren, met berijders zonder motorpak of helm.

Na de lunch reden we verder richting de Black Mountains en vlak voor Edgemont staken we de grens over met South Dakota. De weidse vlakten maakten nu steeds meer plaats voor heuvels met bossen. Aan de kant van de weg verschenen houtzagerijen en enorme grote rotsen tussen de bomen. We reden eerst door Pringle en daarna door Custer, het stadje dat genoemd is naar de beroemde generaal Custer, die in de slag bij Little Big Horn door de indianen werd verslagen en gedood. Hier bemerkten we dat we in de buurt kwamen van Mount Rushmore. De benamingen van de hotels, benzinepompen en winkels begon te verwijzen naar deze berg. Onderweg zagen we van afstand het uit de rotsen gehouwen hoofd van Crazy Horse, een opperhoofd van de indianen. Omdat het op dat moment begon te spoelen, besloten we om het hoofd even te laten voor wat het was.

We reden het laatste stuk naar Keystone door een werkelijk prachtig gebied, dat erg op Oostenrijk of Zwitserland leek; bergen, houten huizen, slingerende wegen en heel veel groen. Om 14:00 uur kwamen we aan bij ons ‘hotel’ een lodge met houten huisjes tegen de bergen aan gebouwd. We installeerden ons in ons huisje en dronken buiten op de ‘veranda’ een kopje koffie. Om 16:00 uur reden we eerst door Keystone, een leuk toeristisch plaatsje, waar het erg druk en gezellig was. Daarna reden we naar Rapid City om iets te eten. Deze stad heeft zelf niet veel bezienswaardigheden, maar op de weg er naar toe zagen we wel verschillende attracties, zoals een soort dierentuin, een Founding Fathers Museum, een Dinosaurus-skeletten-tentoonstelling en zelfs een Christmas Village;-) Als er dan toch veel toeristen naar deze streek komen, kun je tenminste proberen om er een graantje van mee te pikken. In Rapid City vonden we een bordje eten en daarna reden we in een rondje om de stad terug naar ons huisje. Daar gingen we lekker uitrusten. Morgen gaan we de hoofden van enkele presidenten die zijn uitgehakt in de rotsen van dichtbij bekijken.