Bear Encounters

Om even over negen reden we van de Ranch weg en gingen richting Grand Teton NP. De zon scheen en het was al lekker opgewarmd. Het plan was om vandaag een rondje te rijden in het park, langs de meren en bergen. We namen de US 26 richting de Moran Junction en om 10:00 uur zagen we een aantal auto’s langs de weg staan. We gingen polshoogte nemen en op 75 tot 90 meter afstand zagen we een moederbeer met jong eten zoeken op de grond. De beesten keken zo nu en dan onze kant op, maar waren totaal niet agressief. We waren al gewaarschuwd door borden langs de weg dat beren de weg konden steken, maar dit was natuurlijk wel heel bijzonder. We maakten een aantal foto’s en genoten van dit mooie schouwspel. Daarna gingen we bij Moran Junction het park binnen en stopten bij elke lookout of turnout om foto’s te maken van de bergen in de verte of de prachtige vallei waarin we nu reden. Vanuit Snake River Overlook hadden we een mooi uitzicht over deze rivier. Het park is eigelijk een groot keteldal, in de vorm van een hoefijzer, met aan alle kanten bergen, waarvan het westelijke Grand Teton massief het ruigste en hoogste is. Het dal loopt ‘dood’ bij het stadje Jackson Hole. Dat stadje was ook ons doel vanmorgen. Om 11:30 uur versperden wegwerkzaamheden ons de weg en moesten we 15 minuten wachten, voordat we weer verder konden. Bij Moose Junction stopten we even en zagen dat er een fietspad naast de weg was, waar veel fietsers gebruik van maakten. Vlak voor Jackson Hole kruisten we de Gros Ventre River, die weer uitkomst in de Snake River.

We parkeerden de auto in het stadje en maakten een wandeling door dit zeer gezellige stadje. Het is opgebouwd uit houten chalets, blokhutten en cabins met allerlei winkels, restaurants en toeristische attracties. In het centrum is een klein park met bogen van geweien voor iedere ingang; erg leuk om te zien. Alles ziet er zeer onderhouden uit. We maakten een paar foto’s van het stadje en bij een opgezette grizzlybeer die in een winkel stond. In deze winkel waren heel veel opgezette dieren te zien. We namen een warme lunch en reden daarna weer terug naar het noorden richting Jenny Lake. Dit is een soort centrum van het park, omdat de wandeling rondom het meer een attractie is. Er is ook een bootdienst voor degenen die de wandeling toch iets te lang vinden. Vanuit Lake Jenny lopen ook veel wandelroutes de bergen in. Wij vonden met moeite een parkeerplek en liepen naar de oever van het meer, bekeken de bergen nu van heel dichtbij en zagen dat het boven ons helemaal dicht begon te trekken. Even later begon het te onweren en een klein beetje te regenen. We reden een stukje langs de oever van het meer, terwijl het weer open begon te trekken en daarna gingen we naar de potholes. Dit zijn een soort deuken in het landschap veroorzaakt door ijsblokken die tijdens de ijstijd in het landschap bleven liggen en door hun druk grote kuilen maakten. Nadat het ijs was gesmolten liepen ze vol met water en bleven zo achter. Degene die wij zagen was echter drooggevallen.

Bij de Signal Mountain reden we opnieuw naar boven. Hier waren we gisteren ook, maar door de regen en het grijze weer was het uitzicht niet erg denderend. Een donkere wolk hing echter opnieuw boven de Tetons, al gaf dat wel weer een speciaal effect aan de foto’s. Een vrouw wees ons op een Spruce Grouse (bossneeuwhoen) die vlak voor ons het pad overstak. Hij bleef parmantig zitten voor de foto. Op het eindpunt zagen we een paar Wapiti’s in het dal staan, ver van ons af. Toen we echter naar beneden reden, zagen we twee jonge wapiti’s net langs de weg staan. We stopten en konden mooie foto’s van ze maken. Daarna reden we nog even door Signal Mountain Lodge, een lodge met houten huisjes en cabins in de vorm van een dorpje bij elkaar. Vlakbij stond de Chapel of the Sacred Heart, een kleine kapel, helemaal van hout opgetrokken, waar elke zondag nog een dienst wordt gehouden. Bij de stuwdam stopten we nog even om naar een kudde Wapiti’s te kijken. Bij Jackson Lake Junction namen we de weg naar Dubois. Eerst zagen we in de verte nog een paar pelikanen in de rivier, daarna zagen we opnieuw een aantal auto’s langs de weg staan en mensen met enorme telelenzen. We zagen (dezelfde?) beer met jong in het dal onder ons, maar nu veel verder weg. We zagen kans om nog een aantal foto’s te schieten voor het stel in het bos verdween. Om 18:45 kwamen we weer aan bij ons huisje, dankbaar voor alles wat we mochten zien en meemaken. Morgen vertrekken we richting Rawlings, een stadje op de route naar Denver.